![]()
Liever sterven door oprechte wil dan door het verlies van vrijheid voor het land
De stad Hoei is een van de zeldzame steden die in haar stadsplanning en architectuur nog de sporen draagt van haar middeleeuwse verleden. De kapittelkerk is het religieuze en historische centrum, want van hieruit ontwikkelde zich de oude stad langsheen de Hoyoux. Op beide oevers van de stroom werd de bevolking beschermd door vestingmuren waarvan interessante restanten bewaard bleven.
Hoei staat internationaal bekend om de stadskeure die in 1066 werd verleend aan de opkomende burgerij die aangezocht werd om de kapittelkerk herop te bouwen. Aan dit document en de historische context ervan werd in het stadsmuseum een ruimte gewijd. Als centrum van de lakennijverheid en de metaalindustrie produceerde Hoei ook kunstwerken, waarvan een groot deel bewaard bleef in het bijzonder omvangrijke stadsmuseum.
Veel huizen in romaanse stijl uit het Maasbekken zoals de refuge van de abdij Val-Saint-Lambert, het Hôtel de la Cloche en het Hospice d'Oultremont weerspiegelen een zekere levensstijl in de moderne tijd. Ondanks de financiële toestand van de stad werd in de 18e eeuw een grandioos stadhuis opgetrokken op basis van de plannen van Jean-Gilles Jacobs, architect van het kasteel van Warfusée. Veel stedelijke kloosters zoals die van de Minderbroeders, Neufmoustier enz. werden in die tijd ook heropgebouwd.
Voor de stad was de 19e eeuw die van de industrie en de burgerij. De industriële activiteit beperkte zich voornamelijk tot de Hoyoux, de burgerij bracht een echte stedenbouwkundige revolutie op gang. Herenhuizen in eclectische stijl of 'art nouveau' gaven sommige stadswijken een totaal nieuwe aanblik.
De bouw van het fort van Hoei ging van start in 1818 op initiatief van Willem I, koning der Nederlanden, op de site van het oude kasteel. Het zou nooit zijn militaire functie krijgen, omdat het Duitse leger het gebruikte als gevangenis. Vandaag is het fort een stille getuige van de Tweede Wereldoorlog.