Volgens de legende werd deze kerk, gewijd aan de Maagd Maria, gesticht door Sint Materne aan de voet van een rots, uitgerust met een verdedigend castrum. De eerste geschriften dateren uit de 6de eeuw, toen de heilige Domitianus er begraven werd. Onder het bisschopsambt van Notger, in de 10de eeuw, werden de relikwieën van Sint Materne in ere gebracht en vestigde er zich een gemeenschap van geestelijken nabij. In de loop der eeuwen werd het gebouw verbrand en herbouwd, met als hoogtepunt de inwijding van een nieuwe kerk in 1066, die een collegiale kerk werd met een kapittel van dertig kanunniken.
De architectuur van de huidige collegiale kerk is een harmonieuze mix van de vroege 14de-eeuwse gotische stijl en de flamboyante gotiek uit de 15de eeuw. Omgeven door drie vierkante torens, waarvan de hoogste 48 meter bereikt, is het geheel een visueel en historisch meesterwerk.
De indrukwekkende afmetingen van de collegiale kerk luiden als volgt : lengte : 72 m, breedte : 25 m, hoogte van het (midden)schip : 25 m. De driebeukige kerk telt tevens een pseudo-transept en langs de zijbeuken tref je er verschillende kapellen aan die het gebouw nog rijker maken.
Het interieur van de collegiale kerk wordt gesierd door het triforium, een galerij met hoge ramen in flamboyante gotische stijl en glas-in-loodramen die in 1872 door het atelier Gsell-Laurent in Parijs werden ontworpen en fascinerende Bijbelse scènes en religieuze figuren uitbeelden.


